Het is rustig in huis, even is alles stil… mijn vingers glijden over het toetsenbord en mijn vingers vormen dit verhaal.
Op een dag zit ik te dubben en te bidden over iets, te zuchten, te wikken en te wegen….zegt de Heer tegen me: “trek deze laarzen maar aan!” Verbaasd, frons ik. Zegt Hij: “Het zijn V-laarzen, met de V van vertrouwen.”
Alhoewel ik niet direct zie hoe die laarzen mij gaan helpen bij het maken van mijn afwegingen over mijn probleem, zie ik wel meteen dat ze te groot zijn, en ik zeg: “Heer, maar die zijn te groot voor mij – zo kan ik toch niet lopen?!” Maar Hij stelt mij gerust en zegt: “Gewoon doen!”
De laarzen staan naast Zijn troon. Om ze aan te nemen, moet ik naar voren stappen. Naast mij liggen nog die afwegingen waar ik de Heer over aan het vertellen was. Ik kijk van de troon naar de afwegingen…“Zal ik toch maar voor de laarzen bedanken en verder gaan met mijn probleem? - ik kom daar zelf toch ook wel uit….”. Maar de glimlach van de Heer is zo mooi en bemoedigend, en dan weet ik het: ik wil ze!
Ik stap naar voren en neem de laarzen aan. Ik til er een op. Hij voelt koud aan en de schacht is stug. Het voetbed ziet er groot uit – veel te groot! Ik vraag de Heer: “Moet ik er gewoon in stappen? of moet ik wachten tot ik ze pas?
“Oh nee!” zegt de Heer beslist. “V-laarzen moet je direct aan doen als je ze wilt”.
Peinzend laat ik wat van mijn ingehouden adem ontsnappen; “kom je met een probleem, krijg je een paar laarzen!!”
En daar gaat ‘ie dan: ik trek ze aan, één voor één. Ze zijn koud, te hoog, te wijd en te groot. Beteuterd en gespannen kijk ik de Heer aan… Hij lacht! en het is zo aanstekelijk, nu lach ik ook. Ik ga weer op weg. Mijn probleem van toen straks is niet meer zo interessant, ik concentreer me er liever op dat ik op de Heer vertrouw zodat ik niet struikel met die veel te grote laarzen…
Als ik wat onzeker weg hobbel… legt Hij Zijn hand op mijn schouder en fluistert: “ik zal je laten groeien”.
(Stiekem denk ik dat die V ook staat voor Veel-te-groot…)
Astrid
Lees hier de vorige columns.