Zes kamers, een zolder en schuur; ons huis. Ooit bewoond door zes personen. Nu zijn we nog samen, mijn vrouw en ik. Opruimen dus. Spullen naar de kringloop en de rommelmarkt. En weggooien. Héél veel weggooien. Zelf ben ik nogal van het hup-weg-ermee-type. Mijn vrouw is meer van het-zou-nog-wel-eens-goed-van-pas-kunnen-komen-type. Anders dan de frivole titel van deze column doet vermoeden, is het dan toch een hele uitdaging zo’n opruiming. Van de hela-hola-hoeperdepoep-sfeer was al gauw niet veel meer over.
We kwamen uiteindelijk democratisch tot een ferm besluit: Alles wat we de afgelopen twee jaar niet hebben gemist of nodig hadden, de deur uit. Maar zo simpel is het niet. De plotselinge aanblik van zaken die je niet hebt gebruikt of hebt gemist, roepen uiteenlopende herinneringen op. Brieven en foto’s. Muziek, nog op LP’s en cassettebandjes. Beelden, nog op dia’s en video’s. Kindertekeningen, dagboekjes en speelgoed. Geschenken gekregen bij speciale gelegenheden. Enz., enz., enz.
Je eigen geschiedenis samengeperst in dozen. Emoties van uiteenlopende aard spelen je parten. Een glimlach, een traan. Ook een keer boosheid. Het “O ja dat is waar ook”- en “Kan jij je dit nog herinneren?”-gehalte is hoog. De dozen vertellen ons over hoogte- en dieptepunten. Vreugde en verdriet. Voor- en tegenspoed. Trouwen en rouwen. We lezen, bekijken en herinneren. Conclusie: Je kunt niet simpelweg weggooien wat je een tijd niet nodig hebt gehad of niet hebt gemist.
Zo zou een mens van tijd tot tijd eens op de zolder van zijn eigen ziel moeten gaan kijken. Die denkbeeldige dozen toch eens openen. Eens zien wat je gevormd heeft. Wat je gemaakt heeft tot wie je nu bent. Herinneringen. Ook de pijnlijke. Alles alleen maar wegstouwen op je 'zolderziel' is misschien niet de beste oplossing. De dozen ongeopend weggooien ook niet. Wees zuinig op die dozen met ervaringen en herinneringen. Het zou zomaar op een dag goed van pas kunnen komen.
L. Slot
Lees hier de vorige columns.