Van de week had ik het met een paar collega’s over kinderen en alle kattenkwaad die ze uithalen. Eén van mijn collega’s heeft een kind van 6. Hij is net zindelijk, maar nog niet heel secuur met het naar de wc gaan. Na de grote boodschap vergeet hij nog wel eens wat. Soms is dat doortrekken, soms is dat afvegen, enzovoort. En dat geeft allemaal niet, wel hebben het allemaal moeten leren. Een andere collega die had het over zijn kind en dat die zo heerlijk eigenwijs kan zijn.
Soms denk je wel eens dat het bij andere gezinnen zoveel beter en makkelijker gaat, vooral als je ze maar kort ziet. Alleen als je wat langer met elkaar optrekt dan kom je erachter dat ook zij tegen dezelfde uitdagingen oplopen. En dat geldt net zo goed voor ons gezin. Ook wij lopen tegen allerlei zaken aan waar we nog nooit mee te maken hebben gehad. En dat maakt het des te uitdagender. Niet alleen voor als ouders, maar ook voor de kinderen. Want zij maken keuzes op basis van wat zij denken dat juist is. En vooral pubers hebben je als vader of moeder natuurlijk al helemaal niet nodig. Want zij weten het allemaal het beste. Pijnlijk herkenbaar dit, want zo was ik als puber ook!
Ik vertelde mijn collega dat wij onze kinderen opvoeden tot zelfstandigheid. Hij vroeg me wat ik daar mee bedoelde. Nou, de kinderen mogen op hun niveau zelf keuzes maken. En al weet jij als ouder al wat de juiste keuze is, toch het kind zelf laten leren kiezen. En dat wel het vertrouwen geven dat als het toch de verkeerde keuze is, dat we het samen oplossen. De volgende dag begon die collega weer over het opvoeden tot zelfstandigheid. Hij had het er met zijn vrouw over gehad en het gelijk toegepast in het gezin. En het werkt!
Volgens mij werkt dat in het geloof ook zo: opvoeden tot zelfstandigheid. We moeten opgroeien tot zelfstandigheid in afhankelijkheid van God.
Groet,
Gerrit.