Op Oudjaarsdag had ik peuterdienst in de kerk. Eén van de kinderen was erg verdrietig dat mama haar bij ons achter moest laten. Het kostte even tijd en heel vaak de bevestiging: ‘Mama komt terug. Ze komt jou straks weer ophalen’.Op Oudjaarsdag had ik peuterdienst in de kerk. Eén van de kinderen was erg verdrietig dat mama haar bij ons achter moest laten. Het kostte even tijd en heel vaak de bevestiging: ‘Mama komt terug. Ze komt jou straks weer ophalen’.
Kennelijk had één van de wat oudere kinderen goed zitten luisteren. Want toen we later aan tafel zaten te knutselen, vroeg ze mij: ‘Heb jij ook een mama?’
‘Jazeker,’ antwoordde ik.
‘Komt die jou dan ook ophalen?’, vroeg ze.
Ik probeerde niet in de lach te schieten.
‘Mijn mama woont ver weg’, legde ik uit. ‘Die gaat naar een andere kerk.’
‘Maar vroeger, toen ik nog klein was, kwam zij mij óók altijd halen.’


’s Middags, tijdens het oliebollenbakken, dacht ik nog eens aan het gesprekje terug. Wat heerlijk voor een kind, om die zekerheid te hebben. Ik word weggebracht en papa of mama vertrekt, maar ze komen ook weer terug. Nu nog wel in ieder geval…
Van mijn eigen mama weet ik dat ze op niet al te lange termijn óók weggaat. Misschien is dit wel haar laatste jaar. Dan zie ik haar niet meer… maar o wat ben ik blij dat ik mag weten dat ik haar weer terug ga zien als het mijn tijd is, of als Jezus terugkomt.
Ik stuurde haar een appje en vertelde over het grappige gesprek van die ochtend.
En mama trok mijn gedachtenlijn nog verder door.
‘Wat een zaligheid dat wij mogen leven in het vaste vertrouwen dat Jezus terugkomt. Nu zijn we nog hier, in afwachting van wat gaat komen. Maar hoe onzeker ons leven ook is soms, we hebben één zekerheid. Als we sterven, komen we bij Hem. Of Hij komt eerder terug dan dat wij sterven. Wat een hoopvolle toekomst.’
Niet veel later klonk de nummer 1 van de Top 1008 van Groot Nieuws Radio door de speakers. Met tranen in mijn ogen zong ik het mee. ‘U geeft een toekomst vol van hoop!’


Viola