Hij was 19 jaar oud, Cum Laude afgestudeerd op biologie. Plannen genoeg voor de toekomst. De natuur en speciaal vogels, zijn zijn lust en zijn leven. Zijn eerste stage was op een onbewoond eiland in de Pacific.

Het onderzoeksbureau had een hut op palen voor hem neergezet om eb en vloed en de soms de hele hoge golven te trotseren. Onderzoek naar aantallen vogels die zich op het eiland ophielden en vogels die passeerden werden geteld. Men wilde de vogeltrek bestuderen. Precies wat hij ambieerde. Voedsel en verdere benodigdheden kreeg hij eens per 3 maanden aangeleverd met een bevoorradingschip van het onderzoekbureau.

Per radiozender melde hij de aantallen vogels aan zijn vroegere studentenvriend Tom, ver weg op het vasteland. Tom gaf hem als tegenprestatie de voetbaluitslagen van zijn favoriete club, 1 x per week. Als zijn club won, kon hij er weer een hele week tegenaan, samen met de vele schreeuwende meeuwen was hij dan blij.

Na een jaar was hij zo vertrouwd met de meeuwen, ganzen, af en toe een arend of ooievaar, dat hij overwoog om op het eiland te blijven. Ongeveer 10.000 km van z’n vertrouwde omgeving. Hij telde soms wel 3300 meeuwen per dag , het was een dagtaak om dat bij te houden. Primitief leven van wat het eiland te bieden heeft zou goed kunnen. Als ze één keer per 3 maanden bruine bonen in blik en wat pakken havermout stuurden, was het wat hem betreft genoeg. Kon hij tevreden leven tussen de vogels. Zeewater liet hij verdampen en ving dat weer op als drinkwater.

Wekelijks zijn lijsten doorseinen per krakende radio, geen zorgen verder.  Zo ging het nu jaar na jaar. Tot er een vloed van water door een tsunam , zijn hut wegsleurde en hij zich maar ternauwernood kon redden. Geen hut meer, geen droge plek om z’n bonen op te warmen zelfs geen droog hout meer voor een vuurtje. Hij realiseerde zich toen, dat de bescherming van de hoge hut op palen ook z'n limieten kent.

Hij begon na te denken dat ie hier al jaren zat zonder een medemens te ontmoeten. Zijn studievriend op het vasteland was laatst ook nog overleden, de voetbaluitslagen kreeg hij niet meer door. Personeel op het onderzoeksbureau was vervangen, hij zat hier helemaal alleen. Bovendien vond  het management het niet meer nodig om de vogelstand te noteren, die was al jaren hetzelfde.

Over een paar weken zou de boot komen die hem oppikte, van het eiland af. Waar had ie nou al die jaren voor geleefd?  Voor de vogels? Voor zichzelf? Van wie was hij de naaste?  Wie was zijn naaste?

Ome’n Aort