Naar welke afdeling je ook onderweg bent: als je het Radboud Ziekenhuis in Nijmegen binnenloopt wordt je allereerst geconfronteerd met een enorme nadrukkelijk rode wand. Daarop in wel 100 afdrukken in helderwit een gedicht van Huub Oosterhuis geprint.
In plaats van de gebruikelijke column deze keer uitspraken van wereldburgers. Mijn bijbel heeft - zoals de meeste bijbels - een paar lege bladzijden voor en achterin. Het is de laatste jaren een gewoonte van me geworden om op die bladzijden uitspraken te schrijven van mensen uit het verleden en het heden. Wijze woorden om regelmatig even te overdenken. Hieronder een veertiental voor de komende twee weken.
“KPN sluit je aan” is de reclameleus van Neerlands grootste telecommunicatiebedrijf. Ze sluiten je aan waar het gaat om je telefoon, je TV en het internet. Dat wil zeggen, als er niet iets misgaat. Want in dat geval ben je in de aap gelogeerd. Ik ben zelf eens maandenlang alles behalve aangesloten geweest. En al helemaal niet met een KPN-medewerker die het eventjes voor me oploste. “KPN sluit je af” was in die dagen bij ons thuis een gevleugelde uitdrukking. Ik word er soms nog wel eens wakker van. Maar dat terzijde.
Het is al hèèl lang geleden. Mijn oom en tante in Herwijnen hadden een boerderij met melkkoeien. Als kind vond ik het geweldig om daar te logeren. Die mooie grote dieren, ze hadden allemaal een naam: Lena 4, Willie 2, Riet 3, enz. Dat waren nog eens koeien; ronde vormen, blakend van gezondheid. Melken ging nog zittend op een krukje.
Daar is een zin die ik al lang eens had willen zeggen. Ik zeg het alleen nooit, maar nu ik het opschrijf, kan ik het eens even uitgebreid toelichten ☺.
Even voor de zekerheid: de definitie van kakofonie luidt: “rommelig geluid van vele klanken’. Nou, dàt heb ik dus vaak in mijn oor!
Op 11 November wordt in Zaltbommel en op vele andere plekken in de wereld St Maarten gevierd naar aanleiding van de legende met dezelfde naam. Wij concludeerden onlangs thuis dat dit nou echt een mooie legende is. Een soldaat genaamd Martinus is hartje winter onderweg naar Amiens en komt bij de stadspoort een bedelaar tegen die hem om een aalmoes vraagt. Martinus aarzelt niet en snijdt zijn mantel in tweeën met zijn zwaard en geeft de ene helft aan de bedelaar. ’s Nachts verschijnt Jezus aan hem in een droom, gehuld in de mantel van Martinus en Hij zegt: Martinus, jij hebt deze mantel in werkelijkheid aan Mij gegeven.
Daar liggen ze samen… de tijd staat even stil als ik er naar kijk. Mooi zijn ze niet. Ze liggen samen in het laatje van mijn nachtkastje. Het ene is van mijn vader geweest, het andere van mijn moeder. Beide geven niet meer de juiste tijd aan, ze liggen al tijden in deze la. Gewoon, te liggen. Ze hebben geen functie meer. Niemand kijkt er nog op.