Een paar weken terug overnachtten we met een personeelsuitje in een prachtig hotel midden in Utrecht. Bij de receptie stond een maquette van het complex. ‘De meesten van uw groep zullen in het bijgebouw slapen’, zei één van de medewerkers. Eén van mijn collega’s drukte op een knopje. En kijk! Er ging een lampje branden bij het betreffende gebouw. Leuk!

Op Groot Nieuws Radio vroeg vanmorgen bij Blessings iemand het lied ‘Lichtdragers’ van Damascus aan. Speciaal voor vakantiegangers, dat zij lichtdragers mogen zijn waar ze ook komen.

Ik zag het meteen voor me. De kaart van Europa, van de wereld… en overal waar christenen heengaan… daar springt een lampje aan. Leuk!

Zou God zo naar ons kijken? Zou Hij met plezier zien hoe Zijn Licht overal komt, niet alleen tijdens de vakantie, maar ook op een gewone werkdag als jij naar school of naar je werk gaat? Floept er een lampje aan op jouw kantoor of in jouw klaslokaal als jij binnenkomt? Of verstoppen we ons licht maar al te vaak onder ‘de korenmaat’ zoals de Bijbel waarschuwt? Beseffen wij dat wij lichtdragers zijn en dat wij dat Licht over de wereld mogen, of misschien wel moeten verspreiden?

Voor mij in ieder geval een mooie reminder, dat lied en die maquette. Ik mag me ervan bewust zijn, dat ik misschien wel het enige lichtje ben, als ik ergens binnenkom. En dat dat Licht echt moet schijnen. En als we ons daar samen bewust van zijn, dan gaan we elkaar herkennen, als we een andere christen tegenkomen. Dan kunnen we samen een sterker Licht laten schijnen. Leuk!

Schijn je mee?

Viola